De zomer staat weer voor de deur, voor velen het moment om op vakantie te gaan, maar juist ook dat de horeca vol zit. Wat als werknemers in dezelfde periode op vakantie willen? Mag je een vakantieaanvraag weigeren en heb je als werkgever invloed op de vakantieperiode van je werknemers?
Vakantieaanvraag weigeren, mag dat?
Een werknemer heeft recht op minimaal twintig (wettelijke) vakantiedagen per jaar bij een fulltime dienstverband. Op grond van de Cao Horeca komen daar nog vijf bovenwettelijke vakantiedagen bij voor werknemers die werkzaam zijn in de horeca. De werkgever dient een werknemer in de gelegenheid te stellen om het minimum aantal aan vakantiedagen op te nemen, zodat de werknemer kan herstellen van het werk. Het wettelijk uitgangspunt is dat de werkgever de vakantie van de werknemer overeenkomstig de wensen van de werknemer vaststelt. Toch kan de werkgever een vakantieaanvraag van de werknemer wel weigeren indien hij daar gewichtige redenen voor heeft. Maar wanneer is precies sprake van ‘gewichtige redenen’.
Een werkgever heeft een gewichtige reden om de vakantieaanvraag te weigeren indien het goedkeuren daarvan een ‘ernstige verstoring in de bedrijfsvoering zou veroorzaken’. De gevolgen voor de werkgever moeten in dat geval worden afgewogen tegen de gevolgen voor de werknemer die de weigering van de vakantieaanvraag met zich brengen. Er kan pas geconcludeerd worden dat sprake is van een gewichtige reden als het belang van de werkgever om de vakantieaanvraag te weigeren zo zwaar weegt, dat het belang van de werknemer om in die periode vakantie op te nemen daar redelijkerwijs voor moet wijken. Hier is bijvoorbeeld sprake van als meerdere werknemers, die werken in een seizoenbedrijf, hun vakantie willen opnemen in de seizoenpiek. Of indien een klein bedrijf ten gevolge van het inwilligen van de vakantieaanvraag zijn deuren moet sluiten, omdat geen vervanging voorhanden is.